Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Wanneer het vinkje Routenummer overnemen is aangevinkt en er is een Routeomschrijvingsjabloon ingevuld, dan wordt het routenummer opgebouwd volgende de ingegeven sjabloon. Zie Placeholders routenummer voor beschikbare placeholders. Als het routenummer overnemen vinkje aanstaat, maar er is geen routeomschrijvingsjabloon gevuld, dan wordt geprobeerd om het routenummer te bepalen uit attribuut customer_data_taskNumber of TaskNumber uit het OTM bericht. Als beide leeg zijn, dan blijft het routenummer leeg en wordt in de HUB de standaard werking toegepast en wordt het ordernummer als routenummer gevuld bij zowel de order als de rit.

...

In het veld Ritomschrijving sjabloon kan de opbouw van de ritomschrijving ingesteld worden. Hier kan tekst ingevuld worden alsook zogenaamde ‘placeholders' (herkenbaar door de { en } tekens). Deze placeholders worden vervangen door data uit het OTM bericht (indien beschikbaar). Zie Placeholders voor beschikbare placeholders en waar de data uit het OTM bericht wordt gelezen.

...

Als er geen match gevonden kan worden o.b.v. filtersjabloon en filterwaarde, dan wordt er een standaard een regel aangemaakt. Deze regel wordt standaard op niet actief gezet.

...

Veld in Transplan

Veld in OTM bericht

adresnamen

name van elke stop (alleen in omschrijving functioneel; niet in filter)

afdeling

eerste beschikbaar uit: department / rateReference / eerste deel van name, tot symbool '|', spatie, '/'

carriercode

actor met rol carrier, daarvan code uit de externalAattributes

eerste_dc_stad

city van eerste locatie met 'type' 'warehouse'

eerste_winkel_stad

Plaats van de eerste (niet geannuleerde) stop van het type store.
De plaats komt uit location.administrativeReference.city

externe_reservering

reservationExternalNumber uit de externalAttributes van de trip.

kenteken

licenseplate uit entiteit vehicle

klantnaam

customerName uit de externalAttributes van de trip.

klant_id

customerId uit de externalAttributes van de trip.

laatste_dc_stad

Plaats van de laatste locatie van 'type' 'warehouse'

laatste_winkel_stad

Plaats van de laatste (niet geannuleerde) stop van het type store.
De plaats komt uit location.administrativeReference.city

opdrachtnummer

eerste beschikbaar uit: externalAttributes.Customer_data_taskNumber of externalAttributes.taskNumber

ordersoort

OrderType uit de externalAttributes van de trip.

moeilijkheidsgraad

Alleen voor AH PTS. De hoogste moeilijkheidsgraad van alle niet DC stops. De moeilijksheidsgraad komt uit property location.ExternalAttributes.stopComplexity. Hieronder de de moeilijkheidsgraad van laag naar hoog:

  1. Regular

  2. Moderate

  3. Hard

  4. BP

  5. NB (niet bekend, dus uitgaan van het moeilijkste).

multi_dc

isMultiDc uit ExternalAttributes van de trip. Mogelijke waarden:

  • true

  • false

  • allowed

ritnaam

eerste beschikbaar uit: externalAttributes.displayName en name

rittype

customer_data_tripType uit ExternalAttributes van de rit en anders tripType uit ExternalAttributes van de trip. Mogelijke waarden:

  • STORE

  • PENDEL

routenummer

RouteNumber uit ExternalAttributes van de trip.

routeowning_dc

GroupingAddressLocationId uit ExternalAttributes van de trip.

planafdeling

planafdeling (alleen AH PTS). Uit ExternalAttributes.planDeparment

product_soort

de verschillende unieke commodity van de eerste DC stop. De commodity bevat bijv. FRESH of AMBIENT. De waarde komt uit load/unlaod.consignment.externalAttributes.commodity.

Als er geen commodity is dan alle (unieke) temperatuurGroupName uit ExternalAttributes van de trip. Mogelijke waarden bijv. Freeze, Ambient e.d. Meerdere waarden worden gescheiden door een / -teken

starttijd_rit

PlannedStart of StartDateTime uit externalAttributes van de rit en anders de starttijd van de eerste stop. Formaat is hh24:mi (bijv. 09:15)

status

status van de rit (alleen AH PTS). Uit trip.externalAttributes.status

steden

city van elke stop (alleen in omschrijving functioneel; niet in filter)

taak_opmerking

taskRemark uit externalAttributes van de trip.

trekkertype

eerste beschikbaar uit: externalAttributes.requestedTractorType en vehicle.vehicleType

vlootnummer

externalAttributes.plannedFleetNumberTractor en anders customer_data_routeId uit ExternalAttributes van de trip.

voertuig_id

vehicleId uit externalAttributes van de entiteit vehicle

voertuigtype

externalAttributes.requestedVehicleType en anders customer_data_resourceType uit ExternalAttributes van de trip.

zending_type

De (unieke) type zendingen (consignment type) van alle stops (gescheiden door een komma).

...

Veld in Transplan

Veld in OTM bericht

opdrachtnummer

eerste beschikbaar uit: externalAttributes.Customer_data_taskNumber of externalAttributes.taskNumber

carriercode

actor met rol carrier, daarvan code uit de externalAattributes

afdeling

eerste beschikbaar uit: department / rateReference / eerste deel van name, tot symbool '|', spatie, '/'

ritdatum

De ritdatum (formaat ddMMyyyy). Ritdatum wordt bepaald uit PlannedStart of StartDateTime uit externalAttributes van de rit en anders de starttijd van de eerste stop.

ritnaam

De naam van de rit. Property Name uit het OTM bericht.

routenummer

RouteNumber uit ExternalAttributes van de trip.

vlootnummer

externalAttributes.plannedFleetNumberTractor en anders customer_data_routeId uit ExternalAttributes van de trip.

weeknummer

Weeknummer van de ritdatum. Als weeknummer kleiner is dan 10, dan wordt een 0 er voor gezet. Bijv. weeknummer 8 wordt als “08” gevuld.

...