Mappingen

Mappingen zijn klantspecifieke inrichtingen die de gebruiker ondersteunen bij het geautomatiseerd verwerken van importbestanden. De gebruiker geeft in ‘mappingen’ aan welke waarde uit het bronbestand (de externe referentie) overeenkomt met weke entiteit in Transplan. Mappingen ondersteund bij maatwerk imports waarbij, bijvoorbeeld, filiaalnummers worden omgezet naar een adres in Transplan. De gebruiker kan in dit voorbeeld nieuwe adressen toevoegen of bestaande adressen aanpassen. Uitgangspunt is dat de klant altijd dezelfde code voor een filiaal gebruikt.
Wanneer een import gebruik maakt van ‘mappingen’ en er wordt een een waarde in het importbestand aangeboden die nog niet in ‘mappingen’ bekend is dan kan de gebruiker deze hier terugvinden en toevoegen in de lijst. Zie verder imports TMS en .

Mappingen bestaat uit 6 schermen. De werking van de onderliggende schermen is gelijk, de beschikbare kolommen kunnen verschillen.

  • Adressen: Koppelt een unieke waarde uit de import altijd aan hetzelfde adres in Transplan.

  • Voertuigen: Koppelt een unieke waarde uit de import altijd aan hetzelfde voertuig in Transplan.

  • Medewerkers: Voertuigen: Koppelt een unieke waarde uit de import altijd aan dezelfde medewerker in Transplan.

  • EDI instellingen: Voertuigen: Koppelt een unieke waarde uit de import altijd aan een specifieke actie in Transplan.

  • Auto reporting: Maatwerk. Auto reporting geeft de gebruiker de mogelijkheid geautomatiseerd rapportages te versturen. Inrichting alleen in overleg met RGB+.

  • Externe systemen: Geeft de mogelijkheid om klantspecifieke instellingen in te richten voor externe systemen, voornamelijk boordcomputers. Is altijd maatwerk. Inrichting alleen in overleg met RGB+.

Adressen

Adressen ondersteund de gebruiker met het koppelen van waardes uit de import aan het juiste adres in Transplan.

Adressen bestaat uit een tabel met 8 kolommen:

  • Relatietype: Het type adres dat in Transplan van toepassing zal zijn. Zie verder .

  • Externe ref: De externe referentie, de waarde die de klant meegeeft aan dit adres. Er kunnen meerdere externe referenties aan 1 adres in Transplan worden gekoppeld. Elke koppeling is 1 regel in de tabel.

  • Naam: De naam van het adres in Transplan, wordt ingevuld via de knop met drie punten.

  • Plaats: De plaats van het adres in Transplan, wordt ingevuld via de knop met drie punten.

  • Knop met 3 punten: Opent een pop-up voor adres selectie. Na selectie van het gewenste adres worden de kolommen ‘Naam’ en ‘Plaats’ gevuld.

  • EDI Info: Geeft aan bij welke import de regel hoort.

  • Knop ‘Add’: Wordt gebruikt om met een nieuw regel een adres te koppelen aan de import waar deze is uitgevallen.

  • Knop met prullenbak: Verwijderd de regel uit de tabel.

Voertuigen

Voertuigen ondersteunt de gebruiker met het koppelen van waardes uit een import aan de juiste voertuigen in Transplan. Het gaat hier specifiek om het kunnen inzetten van de juiste voertuigen die door de klant worden gepland.

Voertuigen bestaat uit een tabel met 4 kolommen:

  • Naam: De naam van het voertuig in Transplan, wordt ingevuld via de knop met drie punten.

  • Knop met 3 punten: Opent een pop-up voor voertuig selectie. Na selectie van het gewenste adres wordt de kolom ‘Naam’ gevuld.

  • Externe ref: De unieke code voor het voertuig uit het import bestand.

  • Knop met prullenbak: Verwijderd de regel uit de tabel.

Medewerkers

Medewerkers ondersteunt de gebruiker met het koppelen van waardes uit een import aan de juiste medewerkers in Transplan. Het gaat hier specifiek om het kunnen inzetten van de juiste medewerkers die door de klant worden gepland.

Medewerkers bestaat uit een tabel met 4 kolommen:

  • Naam: De naam van de medewerker in Transplan, wordt ingevuld via de knop met drie punten.

  • Knop met 3 punten: Opent een pop-up voor medewerker selectie. Na selectie van het gewenste adres wordt de kolom ‘Naam’ gevuld.

  • Externe ref: De unieke code voor de medewerker uit het import bestand.

  • Knop met prullenbak: Verwijderd de regel uit de tabel.

EDI instellingen

EDI instellingen ondersteund de gebruiker met het koppelen van verschillende waardes uit een import zoals de OrderExchange aan de gewenste onderdelen in Transplan. Denk hierbij aan voertuigtypes, laad-/loscodes etc.. Zie verder .

EDI instellingen bestaat uit 1 tabel met 5 kolommen:

  • Mappingtype: Bepaald welke type entiteit wordt gemapped.

  • Benaming klant: De unieke code of omschrijving uit het import bestand.

  • Wordt verwerkt als: De omschrijving van de entiteit uit Transplan, wordt ingevuld via de knop met drie punten.

  • Knop met 3 punten: Opent een pop-up voor de selectie van het geselecteerde type entiteit. Na selectie van de gewenste entiteit wordt de kolom ‘Wordt verwerkt als’ gevuld.

  • Knop met prullenbak: Verwijderd de regel uit de tabel.

Auto reporting

Auto reporting geeft de gebruiker de mogelijkheid geautomatiseerd rapportages te versturen. Inrichting alleen in overleg met RGB+. Dit betreft maatwerk.

Auto reporting bestaat uit 1 tabel met 4 kolommen en 1 knop:

  • Mailadres: Het mailadres waar het rapport naartoe moet worden gestuurd.

  • Rapport: Het gekozen rapport. De beschikbare rapporten worden in overleg met RGB+ ingericht.

  • Settings: Bepaald wanneer het rapport wordt verstuurd. Wordt ingericht in overleg met RGB+.

  • Knop met prullenbak: Verwijderd de regel uit de tabel.

  • Genereer ordersheet: Alleen beschikbaar in distributie. Genereert een excel export. Maatwerk.

Externe systemen

Externe systemen geeft de gebruiker de mogelijkheid klant specifieke instellingen vast te leggen voor externe systemen, voornamelijk boordcomputersystemen. Dit is altijd maatwerk en daarom alleen te gebruiken in verleg met RGB+.

Externe systemen bestaat uit 1 tabel met 2 kolommen:

  • Ingeschakelde instellingen voor externe systemen: De aanvullende instelling die van toepassing is voor deze klant.

  • Knop met prullenbak: Verwijderd de regel uit de tabel.