Nieuwe order - invoeren

Het tabblad (document) ‘Nieuwe order’ ondersteund de gebruiker bij het invoeren van 1 of meerdere nieuwe orders.

Nieuwe order bestaat uit 5 blokken:

Opdracht (blok)

Let op: Vanwege de flexibele inrichting van Transplan kan het voorkomen dat de layout in de gegeven voorbeelden anders is dan in het gekozen profiel van de gebruiker. De beschikbare informatie is hetzelfde. Bij vragen kan contact worden opgenomen met RGB+.

Opdracht bestaat uit 9 velden:

  • Klant: De klant voor wie de opdracht wordt uitgevoerd. Na selecteren van de klant worden automatisch de volgende velden ingevuld op basis van de klantgegevens: Zie verder .

    • Planfdeling.

    • Bestels type of Soort.

    • Bestelde eenheden

    • Tariefeenheden

  • Orderdatum: De datum vanaf wanneer de datum geldig is. Deze wordt door Transplan bepaald op basis van <'vandaag’ + ‘ingestelde werkbare dagen’>. Zie verder .
    De order datum is handmatig aan te passen. Dit kan het beste worden gedaan nadat de overige blokken ]zijn ingevuld.

  • Besteld type: Heet ook wel Soort. Het voertuigtype zoals de klant ze invoert. Deze wordt standaard gevuld met het standaard voertuigtype van de klant en kan worden aangepast door de gebruiker. De beschikbare voertuigtype is afhankelijk van de klant. Zie verder en .

  • Vaste prijs: Selecteren betekend dat de berekende omzet wordt overschreven door een door de gebruiker ingevoerde vaste prijs. Bij selecteren wordt het invoerveld voor de vaste prijs zichtbaar.

  • Vaste prijs (veld): Bedrag van de vast prijs.

  • Factuurtekst: Extra informatie die moet worden meegenomen op de factuur. Kan later worden aangevuld door het systeem.

  • Opmerking intern: De interne opmerking. Deze is alleen zichtbaar voor de gebruikers.

  • Opdrachtnummer: Het opdrachtnummer van de klant.

Voertuig

Let op: Vanwege de flexibele inrichting van Transplan kan het voorkomen dat de layout in de gegeven voorbeelden anders is dan in het gekozen profiel van de gebruiker. De beschikbare informatie is hetzelfde. Bij vragen kan contact worden opgenomen met RGB+.

Voertuig bestaat uit 20 velden:

  • Kenteken: Het kenteken van het voertuig.
    Wanneer het kenteken niet bekend is, maar het chassisnummer wel dan wordt dit veld leeg gelaten. Het systeem neemt automatisch de laatste 6 karakter van het chassisnummer over.
    Na invoeren van een kenteken worden overige gegevens bij de RDW opgevraagd. Wanneer de RDW de gegevens niet heeft worden de velden leeg gelaten.
    Transplan maakt gebruik van een gratis service waardoor de geboden informatie gelimiteerd is. Deze informatie is aan te passen door de gebruiker.
    De volgende velden worden gevuld:

    • Merk

    • Merktype

    • Bouwjaar

    • Lengte

    • Hoogte

    • Breedte

    • Gewicht

  • Chassisnummer: Het chassisnummer of VIN van het voertuig.

  • Niet rolbaar: Selecteren betekend dat het voertuig niet rolbaar is.

  • Pechomschrijving: Omschrijving van de reden van stranding.

  • Merk: Het merk van het voertuig.

  • Merktype: Het type voertuig.

  • Bouwjaar: Jaar waarin het voertuig is geproduceerd.

  • Lengte: De lengte van het voertuig. Zonder aanvullende attributen zoals een fietsendrager.

  • Hoogte: De hoogte van het voertuig, zonder extra opbouw zoals imperiaal of dakkoffer.

  • Breedte: De breedte van het voertuig.

  • Gewicht: Het gewicht van het voertuig als deze leeg is.

  • Aanhanger: Selecteren betekend dat er een aanhanger aanwezig is.
    Let op: het heeft de voorkeur de aanhanger als losse order in te voeren.

  • Fietsendrager: Selecteren betekend dat er een fietsendrager aanwezig is bij het voertuig.
    De aanname is dat er ook fietsen aanwezig zijn. Anders wordt de fietsendrager in het voertuig gelegd.

  • Dakkoffer: Selecteren betekend dat er een dakkoffer, of een ander op het dak bevestigde attribuut, aanwezig is.

  • Kentekenpapieren: Selecteren betekend dat de kentekenpapieren bij het voertuig aanwezig zijn.
    Hierbij is de verwachting dat ook de locatie wordt ingevuld.

  • Bagage: Selecteren betekend dat er ook bagage bij het voertuig aanwezig is.

  • Omschrijving bagage: Korte, herkenbare omschrijving van de bagage.

  • Sleutels voertuig: Selecteren betekend dat de sleutels van het voertuig aanwezig zijn.

  • Locatie sleutels: Korte, herkenbare omschrijving van de locatie waar de sleutels zijn.

  • Locatie papieren: Korte, herkenbare omschrijving van de locatie waar de kentekenpapieren zijn.

Laadadres

Let op: Vanwege de flexibele inrichting van Transplan kan het voorkomen dat de layout in de gegeven voorbeelden anders is dan in het gekozen profiel van de gebruiker. De beschikbare informatie is hetzelfde. Bij vragen kan contact worden opgenomen met RGB+.

Laadadres bestaat uit 18 velden:

  • Laaddatum: De datum vanaf wanneer laden mogelijk. Deze wordt door Transplan bepaald op basis van <'orderdatum’ + ‘ingestelde werkbare dagen’>. Zie verder .

  • Tijdvenster 1: Ook wel bloktijden genoemd. Tijdvak op de laaddatum waarbinnen het voertuig geladen moet worden. Wordt gebruikt voor tijdsafspraken of openingstijden. Zie verder .

  • Tijdvenster 2: Tweede tijdvak. Zie verder tijdvenster 1.

  • Zoek adres: Via de dropdown wordt een bestaand adres geselecteerd. Alle overige velden worden gevuld met uitzondering van de laaddatum. De adresgegevens zijn daarna niet aan te passen.
    Wanneer het adres niet bekend is kan een nieuw adres worden aangemaakt. Voor Nederlandse adressen hoeft alleen adresnaam, postcode en huisnummer worden ingevuld. Het systeem vult de overige informatie aan.
    Voor buitenlandse adressen moeten alle velden worden gevuld.

    Zie verder .

  • Naam: Naam van het adres.

  • Straat: De straat van het adres.

  • Huisnummer: Het huisnummer en de toevoeging van het adres.

  • Postcode: De postcode van het adres.

  • Plaats: De plaats van het adres.

  • Land: Het land van het adres.

  • Telefoon: Het telefoonnummer van het laad adres.

  • Mobiel: Mobielnummer van de contactpersoon van het laadadres.

  • Email: Het e-mailadres van het laad adres.

  • Minuten bellen: Invullen betekend dat het laadadres van te voren wil worden gebeld. Bevat het aantal minuten (of uren) hoe ver van te voren gebeld moet worden.

  • Stoptijd vast: Het minimale aantal minuten stilstand. Zie verder .

  • Stoptijd variabel: Het aantal minuten stilstand per eenheid. Zie verder .

  • Bijzonderheden: Heet ook wel opmerkingen. Bevat adres specifieke opmerkingen en/ of orderspecifieke opmerkingen die op het laden van toepassing zijn. Deze kan mee worden gestuurd naar de boordcomputer.

Losadres

Let op: Vanwege de flexibele inrichting van Transplan kan het voorkomen dat de layout in de gegeven voorbeelden anders is dan in het gekozen profiel van de gebruiker. De beschikbare informatie is hetzelfde. Bij vragen kan contact worden opgenomen met RGB+.

Losadres bestaat uit 18 velden:

  • Losdatum: De datum vanaf wanneer laden mogelijk. Deze wordt door Transplan bepaald op basis van <'laaddatum’ + 'leadtime’>. Zie verder .
    Let op: Tijdens de invoer wordt op meerdere momenten de leadtime opnieuw berekend en de losdatum bijgewerkt. Nadat alles is ingevoerd kan de gebruiker de losdatum handmatig aanpassen. na opslaan is deze leidend.

  • Tijdvenster 1: Ook wel bloktijden genoemd. Tijdvak op de losdatum waarbinnen het voertuig gelost moet worden. Wordt gebruikt voor tijdsafspraken of openingstijden. Zie verder .

  • Tijdvenster 2: Tweede tijdvak. Zie verder tijdvenster 1.

  • Zoek adres: Via de dropdown wordt een bestaand adres geselecteerd. Alle overige velden worden gevuld met uitzondering van de laaddatum. De adresgegevens zijn daarna niet aan te passen.
    Wanneer het adres nog niet bekend is kan een nieuw adres worden aangemaakt. Voor Nederlandse adressen hoeft alleen adresnaam, postcode en huisnummer worden ingevuld. Het systeem vult de overige informatie aan.
    Voor buitenlandse adressen moeten alle velden worden gevuld.

    Zie verder .

  • Naam: Naam van het adres.

  • Straat: De straat van het adres.

  • Huisnummer: Het huisnummer en de toevoeging van het adres.

  • Postcode: De postcode van het adres.

  • Plaats: De plaats van het adres.

  • Land: Het land van het adres.

  • Telefoon: Het telefoonnummer van het laad adres.

  • Mobiel: Mobielnummer van de contactpersoon van het laadadres.

  • Email: Het e-mailadres van het laad adres.

  • Minuten bellen: Invullen betekend dat het losadres van te voren wil worden gebeld. Bevat het aantal minuten (of uren) hoe ver van te voren gebeld moet worden.

  • Stoptijd vast: Het minimale aantal minuten stilstand. Zie verder .

  • Stoptijd variabel: Het aantal minuten stilstand per eenheid. Zie verder .

  • Bijzonderheden: Heet ook wel opmerkingen. Bevat adres specifieke opmerkingen en/ of orderspecifieke opmerkingen die op het lossen van toepassing zijn. Deze kan mee worden gestuurd naar de boordcomputer.

Inactieve adressen

Om het aantal adressen beheerbaar te houden worden duplicaat adressen op inactief gezet. Dit is een gebruikers handeling. Zie verder .
Inactieve adressen worden niet getoond in de adresselectie. Toch komt het voor dat ene inactief wel gebruikt moet worden in een order. Deze kan alsnog worden geselecteerd door de checkbox ‘inactieve adressen’ te selecteren.

Bestelde eenheden/ Tariefeenheden en Omzetregels

Let op: Vanwege de flexibele inrichting van Transplan kan het voorkomen dat de layout in de gegeven voorbeelden anders is dan in het gekozen profiel van de gebruiker. De beschikbare informatie is hetzelfde. Bij vragen kan contact worden opgenomen met RGB+.

Tijdens het invullen van de voorgaande blokken berekend Transplan direct de benodigde voertuigtypes, tariefeenheden en omzetregels voor de order. De gebruiker heeft de mogelijkheid het aantal voertuigeenheden of het aantal tariefeenheden aan te passen. Dit heeft nadrukkelijk niet de voorkeur.
Let op: Een hertariefering in dit scherm kan de aanpassing ongedaan maken. Daarom deze wijziging als allerlaatste actie voor opslaan uitvoeren.

Bestelde eenheden/ Tariefeenheden en Omzetregels bestaat uit 3 tabellen met elk 2 kolommen.

  • Bestelde eenheden (tebel): Heet ook emballage of voertuigtypes. Bevat het door de klant aangegeven voertuigtype.

    • Emballage: De beschikbare voertuigtypes. Deze wordt bepaald aan de hand van het eerder ingevulde veld ‘besteld type’ of ‘soort’. Zie verder .

    • Aantal: Het aantal voertuigtypes. In principe maximaal 1 in totaal.

  • Tariefeenheden: De berekende tariefeenheden. Bevat de bij de klant beschikbare tariefeenheden aangevuld met kilometers en leadtime. Zie verder .
    Kilometers worden door PTV berekend van het laad adres naar het losadres. Zie verder .
    De leadtime is het aantal werkbare dagen tussen de laaddatum en de losdatum. Zie verder .

    • Naam: Omschrijving van de tariefeenheid.

    • Aantal: Aantal berekende, of handmatig aangepaste tariefeenheden.

  • Omzetregels: De berekende omzetregels. Deze zijn niet aanpasbaar. Zie verder .

    • Tariefeenheid: Omschrijving van de tariefeenheid.

    • Bedrag: De berekende omzet.