Optimalisatiseer rit

Optimaliseer rit, of optimalisatie, ondersteund de gebruiker bij het zo optimaal mogelijk plannen van ritten. Een rit bestaat uit meerdere stops en met name lange, internationale ritten is handmatig plannen sub-optimaal. Transplan maakt hiervoor gebruik van PTV. PTV gebruikt bewezen, complexe algoritmes voor het bepalen van de route voor een rit. Optimaal is nooit perfect, De gebruiker kan de rit nog handmatig aanpassen. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TRAN/pages/1638563854.

Optimalisatie kan op meerdere manieren worden gestart.

  • Vanuit een bestaande rit, via het lint.

  • Vanuit een bestaande rit, via het context menu.

  • Vanuit het trajecten panel, via het context menu.

     

Er wordt een nieuw tabblad (document) ‘Optimaliseer rit <<ritnummer>>’ geopend. Bij een bestaande rit worden de relevante gegevens gevuld.
Let op: In de voorbeelden wordt een onrealistische rit samengesteld.

Optimaliseer rit bestaat uit 9 onderdelen:

Het lint

Het lint bestaat uit 4 knoppen:

  • Opslaan: Het tabblad ‘Optimaliseer rit’ wordt gesloten. Transplan slaat de rit op gebaseerd op de huidige situatie. Bij een nieuwe rit wordt de nieuwe rit aangemaakt in de lijst- en strokenplanning.

  • Sluiten: Het tabblad ‘Optimaliseer rit’ wordt gesloten. De rit of wijzigingen worden niet opgeslagen.

  • Optimaliseer rit: Start de rit optimalisatie door PTV. Hoe groter de rit in KM of uren, hoe langer de berekening zal duren.

  • Verwijderen: Verwijderd het traject van de de geselecteerde stop uit de rit.
    Let op: Alleen trajecten zonder realisatie tijden kunnen worden verwijderd.

Contextmenu

Het contextmenu van het optimalisatiescherm bestaat uit 4 opties:

  • Stop verwijderen: Verwijderd het traject van de de geselecteerde stop uit de rit.
    Let op: Alleen trajecten zonder realisatie tijden kunnen worden verwijderd.

  • Veerverbinding ervoor instellen: Voegt een veerverbinding voor de geselecteerde stop toe. Er kan worden gekozen uit alle beschikbare veerverbindingen. De veerverbindingen zullen gegroepeerd worden weergegeven. Zie verder hieronder.

  • Veerverbinding erna instellen: Voegt een veerverbinding na de geselecteerde stop toe. Er kan worden gekozen uit alle beschikbare veerverbindingen. De veerverbindingen zullen gegroepeerd worden weergegeven. Zie verder hieronder.

  • Veerverbinding verwijderen: Verwijderd de toegevoegde veerverbinding. Deze optie is alleen actief met een actieve veerverbinding op de regel. Deze staat in de kolom ‘veerverbinding’. Zie verder hieronder.

Planning

Het blok ‘Planning’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

Het blok ‘Planning’ bestaat uit 5 velden:

Toewijzen resources

Wanneer een of meerdere resources al zijn ingepland wordt de pop-up 'combinatie inplannen' geopend. Zie verder .

Vertrek

Het blok ‘Vertrek’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

Het blok ‘Vertrek’ bestaat uit 4 velden:

  • Datum: De (geplande) startdatum van de rit.
    Wanneer deze afwijkt van de startdatum van een van de trajecten dan wordt een waarschuwing getoond.

  • Tijd: De (geplande) starttijd van de rit.
    Wanneer deze afwijkt van de startdatum van een van de trajecten dan wordt een waarschuwing getoond.

  • Locatie: De startlocatie van de rit. Afhankelijk van de instellingen zijn er 3 keuzes mogelijk. Zie verder .
    De locatie is bepalend voor de aanrij tijden en kilometers. zie verder .

    • Eerste stop: De eerste stop van de rit wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is niet beschikbaar.

    • Depot: Het geselecteerde depot wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alleen adressen die de indicatie ‘standplaats’ en/ of ‘extern depot’ hebben. Zie verder .

    • Vrije keuze: Het geselecteerde adres wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alle in Transplan bekende adressen.

  • Adres: Het adres dat als startlocatie van de rit wordt gebruikt.

Aankomst

Het blok ‘Aankomst’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

  • Datum: De (geplande) einddatum van de rit.
    Deze wordt altijd berekend en is niet aanpasbaar.

  • Tijd: De (geplande) eindtijd van de rit.
    Deze wordt altijd berekend en is niet aanpasbaar.

  • Locatie: De eindlocatie van de rit. Afhankelijk van de instellingen zijn er 3 keuzes mogelijk. Zie verder .
    De locatie is bepalend voor de afrij tijden en kilometers. zie verder .

    • Eerste stop: De eerste stop van de rit wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is niet beschikbaar.

    • Depot: Het geselecteerde depot wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alleen adressen die de indicatie ‘standplaats’ en/ of ‘extern depot’ hebben. Zie verder .

    • Vrije keuze: Het geselecteerde adres wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alle in Transplan bekende adressen.

  • Adres: Het adres dat als startlocatie van de rit wordt gebruikt.

Resultaat

Het blok ‘Resultaat’ bestaat ui 4 groepen:

  • Rit: Bevat gegevens over de rit van startlocatie tot eindlocatie zonder aan- en afrij tijden. Zie verder .

    • Reistijd: De totale tijd van de rit .

    • Afstand: Het totale aantal kilometer van de rit.

  • Totaal: Bevat gegevens over de rit van startlocatie tot eindlocatie inclusief aan- en afrij tijden. Zie verder .

    • Reistijd: De totale tijd van de rit inclusief aan- en afrij tijden.

    • Afstand: Het totale aantal kilometer van de rit inclusief aan- en afrij kilometers..

  • Tov origineel: Elke wijziging in het scherm betekend een andere duur en een andere aantal kilometers voor de rit. Hier wordt het verschil tussen het huidige totaal en het originele totaal getoond.

    • Het verschil in uren ten opzichte van het origineel.
      Let op: Het optimaliseren van, of verwijderen van een traject uit, een rit zal leiden tot een vermindering. Het toevoegen van een traject zal leiden tot extra tijd.

  • Overig: Aanvullende informatie die de gebruiker ondersteund bij het bepalen van de juiste planning.

    • Vertrektijd uiterlijk: Transplan berekend de uiterlijke vertrektijd zodat wordt voldaan aan de (eerste) bloktijden. Hier wordt de uiterlijke vertrekdatum-tijd getoond met tussen haakjes de speling die overblijft wanneer deze wordt overgenomen. Zie verder bloktijden
      In het gegeven voorbeeld kan de rit om 08:45 uur vertrekken, er blijft 00:00 speling over.

    • Totale rusttijd: De totale berekende rusttijd. Zie verder tijdlijn.

    • Wachttijd begin rit: Transplan bepaald op basis van de (eerste) bloktijden hoeveel de gewenste vertrektijd zodat wordt voldaan aan de (eerste) bloktijden. Hier wordt het aantal minuten dat te vroeg wordt gestart getoond.
      In het gegeven voorbeeld zal de rit 45 minuten te vroeg op het adres met de eerste bloktijd aankomen met als gevolg dat de chauffeur 45 minuten moet wachten.

Lijst met stops

De lijst met stops bestaat uit 1 tabel met 61 mogelijke kolommen. Zie verder beschikbare velden.

Voorwaardelijke opmaak

Naast de zelf in te richten voorwaardelijke opmaak kent het optimalisatiescherm 4 standaard opmaak regels. Zie verder .

  1. Transplan toont het wel of niet halen van de bloktijden per stop. In de kolom '' wordt +/- het aantal minuten te laat of te vroeg getoond. Deze wordt visueel ondersteund met een opmaak

    1. Wanneer te laat loopt van het midden naar rechts een rode streep die overgaat naar wit.

    2. Wanneer te vroeg loopt van het midden naar links een rode streep die overgaat naar wit.

  2. Wanneer er een waarschuwing van toepassing is op een orderregel, dan wordt de hele regel rood gemarkeerd.

  3. Wanneer een rit wordt geopend met (deels) realisatie tijden, dan worden de betreffende tijden grijs.

  4. Als de kolom ‘bloktijd eind’ is gevuld en de geplande aankomst ligt erna, dan wordt de kolom ‘geplande aankomst’ rood.

Waarschuwingen

Als de combinatie van de trajecten in de rit niet haalbaar is dan plant PTV zoveel trajecten als mogelijk. Voor de overige trajecten wordt een waarschuwing getoond. Dit herkenbaar aan de rode markering van de de orderregels. Deze regels zijn niet meegenomen in de optimalisatie.
In het tabblad ‘Waarschuwingen’ wordt aangegeven waarom de orderregels niet zijn gepland.
Let op: Een rit mag niet langer zijn dan 14 dagen. In dat geval wordt voor de overlopende orderregels de waarschuwing 'De rit kan niet worden uitgevoerd binnen het ingestelde werkschema.' getoond.
Let op: Een waarschuwing wordt na een aanpassing of her-optimalisatie niet verwijderd.

Waarschuwingen bestaat uit 1 tabel met 2 kolommen:

  • Stops: De betrokken stopnummers.

  • Omschrijving: Omschrijving van de waarschuwing.

Kaart

Op de kaart wordt de rit van dat moment getoond. Dit ondersteund de gebruiker bij het beoordelen van de rit. De nummers komen overeen met de stops op de rit. D staat voor depot en V staat voor een veerverbinding. Zie verder .

 

Tijdlijn

In de tijdlijn worden alle geplande activiteiten getoond.
Let op: De geplande pauzes en rusttijden worden verder niet overgenomen. Het is aan de chauffeur om dit verder goed te plannen. Zie verder hieronder.

Tijdlijn bestaat uit een grafiek met aansluitende activiteiten. Per categorie wordt 1 lijn getoond. Wanneer de activiteit bijten de verwachte werktijden valt zal het blok rood kleuren. Details van de activiteit zijn zichtbaar door de muis boven het blok te houden

Regels voor optimalisatie

De optimalisatie wordt door PTV uitgevoerd op basis van de gegevens die door Transplan worden aangeleverd. Er zijn verschillende instellingen en orderspecifieke kenmerken die invloed hebben op het (eind-) resultaat:

  • Startijd: Deze wordt of door de gebruiker bepaald, of door het systeem berekend.

  • Bloktijden: Bloktijden hebben invloed op de starttijd, doorlooptijd en wachturen,

  • Beladingsgraad: De benodigde en en beschikbaar capaciteit bepalen hoe de rit verloopt.

  • Werktijden: De beschikbare werktijd bepaald de totale doorlooptijd van de rit.

  • Realisatie: Reeds gestarte ritten worden beïnvloed door de reeds uitgevoerde activiteiten.

Starttijd

Op basis van de instellingen wordt bepaald of de starttijd door PTV wordt berekend of door de gebruiker wordt bepaald. Ook de werkbare tijden hebben hier invloed op. Zie verder .

Starttijd door PTV berekend

Wanneer PTV de starttijd berekend dan wordt deze teruggerekend vanaf de de eerste bloktijd. Het resultaat is hetzelfde ’Vertrek tijd uiterlijk' in het blok 'Resultaat'.
Als er geen bloktijd in de rit aanwezig is dan start de rit op de ingestelde starttijd. Zie verder .

Startijd door gebruiker

Standaard wordt de tijd gevuld met de ingestelde starttijd. De gebruiker kan deze aanpassen. Zie verder .

Bloktijden

Bloktijden kunnen de starttijd bepalen. Zie ook hierboven. Daarnaast zal PTV proberen alle bloktijden te halen, dit is niet blokkerend.

Beladingsgraad

Beladingsgraad wordt door 2 zaken beïnvloed:

  1. De beschikbare capaciteit: De beschikbare tijd wordt bepaald door de toegewezen vloot. Dit is het maximaal aantal voertuigen dat tegelijkertijd kan worden vervoerd. Zie verder .

  2. De gevraagde capaciteit: Voertuig heeft een gevraagde capaciteit. Deze wordt bepaald door het voertuigtype. Zie verder .

De optimalisatie zal een optimale route berekenen met een zo hoog mogelijke beladingsgraad. Dit om te voorkomen dat er te veel lege kilometers worden gemaakt. Er zal nooit meer worden geladen dan de capaciteit.
Als de totale vraag in de rit groter is dan de capaciteit dan wordt eerst een los activiteit gepand voor er wee een laad activiteit wordt gepland.
In de kolom ‘beladingsgraad’ wordt de totale belading getoond als de betreffende stop is uitgevoerd.

Werktijden

In de instellingen worden start- en eindtijd van de diensten vastgelegd. Ook de werkbare dagen zijn vastgelegd. De optimalisatie zal geen (nieuwe-) activiteiten starten buiten de werktijden. Deze tijden gelden als rusttijd. Zie verder .
In het gegeven voorbeeld bij ‘Tijdlijn’ zijn de werktijden van 8:00 tot 19:00 uur op werkdagen. Zaterdagen, zondagen en feestdagen zijn in dit voorbeeld geen werkbare dagen.

Realisatie

Wanneer een reeds gestarte rit opnieuw wordt geoptimaliseerd dan worden alle stop na de laatste stop met realisatietijden meegenomen. Alle stops ervoor worden niet gewijzigd.

Handmatig aanpassen

Het is mogelijk de rit handmatig aan te passen.

Traject toevoegen

Vanuit het tabblad (document) ‘Trajecten’ kan een traject naar het optimalisatiescherm worden gesleept.

Traject verwijderen

Met de knop ‘verwijderen’ in het lint of het contextmenu kan een traject worden verwijderd uit de lijst. Selecteer de gewenste regel en klik op verwijderen. Transplan verwijderd automatisch beide regels van het traject.

Volgorde aanpassen

Pas het stopnummer in de kolom ‘Stopnummer’ aan. Nadat het veld wordt verlaten (Tab of Enter) wordt de rit opnieuw gesorteerd en genummerd. Stel stop 40 wordt 10. Dan schuift 10 door naar 20, 20 naar 30, enz.. Het is ook mogelijk de regel op te pakken en op de juiste positie in de rit te zetten. op het moment dat een gebruiker een losstop voor een laadstop plaatst zal er een waarschuwing getoond worden en zal de regel rood kleuren. Het is wel mogelijk om de rit op te slaan.
Let op: Wanneer hierna weer op de knop ‘Optimaliseer rit’ wordt geklikt dan worden alle handmatige aanpassingen weer overschreven.

Veerverbindingen

Transplan maakt gebruikt van PTV. Voor alle routes met waterovergangen maakt PTV standaard gebruik van de beschikbare tunnels of bruggen. Als deze niet beschikbaar zijn dan wordt gebruik gemaakt van standaard veerverbindingen. Zo gaan ritten naar het Verenigd Koninkrijk standaard via de kanaaltunnel. Dit heeft ongewenste ritten tot gevolg. Daarom kan de gebruiker handmatig een veerverbinding selecteren.
Let op: De duur van de veerverbinding wordt als rijtijd meegerekend.

Een veerverbinding wordt via het context menu toegewezen aan een stop. De veerverbinding wordt voor of na de stop gepland. Er kan slechts 1 veerverbinding per stop worden vastgelegd. De geselecteerde veerverbinding is zichtbaar in de kolom ‘veerverbinding’.

Randvoorwaarden

Optimalisatie heeft enkele randvoorwaarden om goed te kunnen werken.

  • De totale duur van de rit mag niet groter zijn dan 14 dagen inclusief rusttijden.

  • Alle adressen moeten juiste coördinaten hebben. Zie verder .

  • Capaciteit moet 1 of groter zijn.

Beschikbare velden

Kolomtitel

Omschrijving

Kolomtitel

Omschrijving

Aanhanger

Geselecteerd betekent dat er een aanhanger bij het voertuig aanwezig is.

Adres

De straat van het adres.

Adresnaam

Naam van het adres.

Bagage

Geselecteerd betekend dat er ook bagage bij het voertuig aanwezig is.

Beladingsgraad

De totale beladingsgraad na het uitvoeren van deze stop.

Benodigde planeenheden

Benodigde capaciteit voor deze trajectorder.

Bestuurders naam

Maatwerkveld: Naam van de bestuurder van het voertuig

Bestuurders woonplaats

Maatwerkveld: Woonplaats van de bestuurde va het voertuig

Bloktijd begin

Starttijd van de eerste bloktijd van de stop.
Let op: De datum wordt niet getoond, maar is wel van toepassing. Zie verder ‘datum’.

Bloktijd eind

Eindtijd van de eerste bloktijd van de stop.
Let op: De datum wordt niet getoond, maar is wel van toepassing. Zie verder ‘datum’.

Bloktijdresultaat

Verschil tussen de geplande tijd en de gevraagde bloktijd in minuten.

Bouwjaar

Jaar waarin het voertuig is geproduceerd.

Brandstof

Typ brandstof van het voertuig.

Breedte

De breedte van het voertuig.

Chassisnummer

Het chassisnummer of VIN van het voertuig.

Dakkoffer

Geselecteerd betekend dat er een dakkoffer, of een ander op het dak bevestigde attribuut, aanwezig is.

Datum

Verwachte laaddatum van het traject.

Elektrisch

Geselecteerd betekend dat het voertuig elektrisch is.

Fietsendrager

Geselecteerd betekend dat er een fietsendrager aanwezig is bij het voertuig.

Geplande aankomsttijd

De geplande aankomst tijd van de stop zoals berekend door PTV.

Geplande vertrektijd

De geplande vertrektijd van de stop zoals berekend door PTV.

gewicht

Het gewicht van het voertuig als deze leeg is.

Hoogte

De hoogte van het voertuig, zonder extra opbouw zoals imperiaal of dakkoffer.

Huisnummer

Het huisnummer en de toevoeging van het adres.

Kenteken

Het kenteken van het voertuig.

Kentekenpapieren

Geselecteerd betekend dat de kentekenpapieren bij het voertuig aanwezig zijn.

Klant

De klant voor wie de opdracht wordt uitgevoerd.

Kleur

De (hoofd-)kleur van het voertuig.

Lengte

De lengte van het voertuig. Zonder aanvullende attributen zoals een fietsendrager.

Locatie papieren

Korte, herkenbare omschrijving van de locatie waar de kentekenpapieren zijn.

Locatie sleutels

Korte, herkenbare omschrijving van de locatie waar de sleutels zijn.

Merk

Het merk van het voertuig.

Merktype

Het type voertuig.

Niet rijdbaar

Geselecteerd betekend dat het voertuig niet rijdbaar is.

Niet rolbaar

Geselecteerd betekend dat het voertuig niet rolbaar is.

Omschrijving bagage

Korte, herkenbare omschrijving van de bagage.

Opdrachtnummer

Het opdrachtnummer van de klant.

Pechomschrijving

Omschrijving van de reden van stranding.

Plaats

De plaats van het adres.

Postcode

De postcode van het adres.

Rijafstand (KM)

De totale afstand in KM ten opzichte van de voorgaande stop.

Rijdbaar

Zie ‘niet rijdbaar’.

Rijtijd

De totale rijtijd, zonder eventuele rusttijden, in uren en minuten ten opzicht van de voorgaande stop.

Rusttijd bij adres

Indien rusttijd samenvalt met de geplande stoptijden wordt hier hier de geplande rusttijd op die locatie getoond. Zie verder tijdlijn.

Rusttijd onderweg

Indien rusttijd niet samenvalt met de geplande stoptijden wordt hier de totale geplande rusttijd onderweg getoond. Zie verder tijdlijn.

Schadesoort

Omschrijving schade van het voertuig.

Servicetijd

Stoptijd van de stop. Zie verder .

Sleutels dakkoffer

Geselecteerd betekend dat de sleutels van dakkoffer aanwezig zijn.

Sleutels voertuig

Geselecteerd betekend dat de sleutels van het voertuig aanwezig zijn.

Soort

Heet ook wel ‘Besteld type’. Het voertuigtype zoals de klant ze invoert.

Stop

Het stopnummer van de stop.

Telefoon lid

Maatwerkveld: Het telefoonnummer van de bestuurder van het voertuig.

Type

Het type stop (LA = laden, LO = lossen)

Vaste prijs

Vaste prijs. De vaste prijs van de order, indien van toepassing.

Ververbinding

Toont de geselecteerde veerverbinding met de indicatie of deze voor of na de geselecteerde stop plaatvind. Zie verder veerverbindingen.

Waarschuwingen

Omschrijving van de waarschuwingen die van toepassing zijn op deze stop.