Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

  • Opslaan: Het tabblad ‘Optimaliseer rit’ wordt gesloten. Transplan slaat de rit op gebaseerd op de huidige situatie. Bij een nieuwe rit wordt de nieuwe rit aangemaakt in de lijst- en strokenplanning.

  • Sluiten: Het tabblad ‘Optimaliseer rit’ wordt gesloten. De rit of wijzigingen worden niet opgeslagen.

  • Optimaliseer rit: Start de rit optimalisatie door PTV. Hoe groter de rit in KM of uren, hoe langer de berekening zal duren.

  • Verwijderen: Verwijderd het traject van de de geselecteerde stop uit de rit.
    Let op: Alleen trajecten zonder realisatie tijden kunnen worden verwijderd.

Planning

Het blok ‘Planning’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

...

Het blok ‘Planning’ bestaat uit 5 velden:

...

Planafdeling: Standaard de planafdeling van de rit. Bij een nieuwe rit is dit de planafdeling van het eerst geselecteerde traject.

...

Trekker: Het trekkend voertuig. Wanneer er sprake is van een vaste combinatie worden bij wijzigingen ‘trailer’ en/ of ‘Chauffeur’ gevuld. Zie verder ~2.4 Vloot.

...

Trailer: Het getrokken voertuig. Wanneer er sprake is van een vaste combinatie worden bij wijzigingen ‘trekker’ en/ of ‘Chauffeur’ gevuld. Zie verder ~2.4 Vloot.

...

Eenheden: Het aantal eenheden dat de combinatie ‘Trekker’ en ‘Trailer’ samen kan vervoeren. De capaciteit wordt bepaald op basis van de vloottypes. Zie verder Vloottypes.
Wanneer er nog geen voertuigen zjn geselecteerd dan neemt Transplan het standaard aantal eenheden uit de instellingen over. Zie verder * 1.2 Instellingen.

...

Contextmenu

Het contextmenu van het optimalisatiescherm bestaat uit 4 opties:

...

  • Stop verwijderen: Verwijderd het traject van de de geselecteerde stop uit de rit.
    Let op: Alleen trajecten zonder realisatie tijden kunnen worden verwijderd.

  • Veerverbinding ervoor instellen: Voegt een veerverbinding voor de geselecteerde stop toe. Er kan worden gekozen uit alle beschikbare veerverbindingen. De veerverbindingen zullen gegroepeerd worden weergegeven. Zie verder hieronder.

  • Veerverbinding erna instellen: Voegt een veerverbinding na de geselecteerde stop toe. Er kan worden gekozen uit alle beschikbare veerverbindingen. De veerverbindingen zullen gegroepeerd worden weergegeven. Zie verder hieronder.

  • Veerverbinding verwijderen: Verwijderd de toegevoegde veerverbinding. Deze optie is alleen actief met een actieve veerverbinding op de regel. Deze staat in de kolom ‘veerverbinding’. Zie verder hieronder.

Planning

Het blok ‘Planning’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

...

Het blok ‘Planning’ bestaat uit 5 velden:

  • Planafdeling: Standaard de planafdeling van de rit. Bij een nieuwe rit is dit de planafdeling van het eerst geselecteerde traject.

  • Trekker: Het trekkend voertuig. Wanneer er sprake is van een vaste combinatie worden bij wijzigingen ‘Trailer’ ‘trailer’ en/ of ‘Trailer’ ‘Chauffeur’ gevuld. Zie verder ~22.4 Vloot.

Toewijzen resources

Wanneer een of meerdere resources al zijn ingepland wordt de pop-up 'combinatie inplannen' geopend. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TMS/pages/1610842134/Panel+-+chauffeurs#Chauffeur-toewijzen-aan-een-rit.

Vertrek

Het blok ‘Vertrek’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

...

Het blok ‘Vertrek’ bestaat uit 4 velden:

  • Datum: De (geplande) startdatum van de rit.
    Wanneer deze afwijkt van de startdatum van een van de trajecten dan wordt een waarschuwing getoond.

    Image Removed
  • Tijd: De (geplande) starttijd van de rit.
    Wanneer deze afwijkt van de startdatum van een van de trajecten dan wordt een waarschuwing getoond.

    Image Removed
  • Locatie: De startlocatie van de rit. Afhankelijk van de instellingen zijn er 3 keuzes mogelijk. Zie verder * 1.2 Instellingen.
    De locatie is bepalend voor de aanrij tijden en kilometers. zie verder Aan- en afrij kilometers en uren.

  • Eerste stop: De eerste stop van de rit wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is niet beschikbaar.

  • Depot: Het geselecteerde depot wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alleen adressen die de indicatie ‘standplaats’ en/ of ‘extern depot’ hebben. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TMS/pages/1239351383/2.2+Adressen#Gegevens.

  • Vrije keuze: Het geselecteerde adres

    Trailer: Het getrokken voertuig. Wanneer er sprake is van een vaste combinatie worden bij wijzigingen ‘trekker’ en/ of ‘Chauffeur’ gevuld. Zie verder 2.4 Vloot.

  • Eenheden: Het aantal eenheden dat de combinatie ‘Trekker’ en ‘Trailer’ samen kan vervoeren. De capaciteit wordt bepaald op basis van de vloottypes. Zie verder Vloottypes.
    Wanneer er nog geen voertuigen zjn geselecteerd dan neemt Transplan het standaard aantal eenheden uit de instellingen over. Zie verder 1.2 Instellingen.

  • Chauffeur: De chauffeur. Wanneer er sprake is van een vaste combinatie worden bij wijzigingen ‘Trailer’ en/ of ‘Trailer’ gevuld. Zie verder 2.4 Vloot.

Toewijzen resources

Wanneer een of meerdere resources al zijn ingepland wordt de pop-up 'combinatie inplannen' geopend. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TMS/pages/1610842134/Panel+-+chauffeurs#Chauffeur-toewijzen-aan-een-rit.

Vertrek

Het blok ‘Vertrek’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

...

Het blok ‘Vertrek’ bestaat uit 4 velden:

  • Datum: De (geplande) startdatum van de rit.
    Wanneer deze afwijkt van de startdatum van een van de trajecten dan wordt een waarschuwing getoond.

    Image Added
  • Tijd: De (geplande) starttijd van de rit.
    Wanneer deze afwijkt van de startdatum van een van de trajecten dan wordt een waarschuwing getoond.

    Image Added
  • Locatie: De startlocatie van de rit. Afhankelijk van de instellingen zijn er 3 keuzes mogelijk. Zie verder 1.2 Instellingen.
    De locatie is bepalend voor de aanrij tijden en kilometers. zie verder Aan- en afrij kilometers en uren.

    • Eerste stop: De eerste stop van de rit wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is niet beschikbaar met alle in Transplan bekende adressen.

    Adres
    • Depot: Het

    adres dat
    • geselecteerde depot wordt als startlocatie

    van de rit wordt
    • gebruikt.

Aankomst

Het blok ‘Aankomst’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

...

  • Datum: De (geplande) einddatum van de rit.
    Deze wordt altijd berekend en is niet aanpasbaar.

  • Tijd
  • Adres: Het adres dat als startlocatie van de rit wordt gebruikt.

Aankomst

Het blok ‘Aankomst’ is alleen bewerkbaar bij nog niet gestarte ritten.

...

  • Datum: De (geplande) eindtijd einddatum van de rit.
    Deze wordt altijd berekend en is niet aanpasbaar.

  • LocatieTijd: De eindlocatie (geplande) eindtijd van de rit. Afhankelijk van
    Deze wordt altijd berekend en is niet aanpasbaar.

  • Locatie: De eindlocatie van de rit. Afhankelijk van de instellingen zijn er 3 keuzes mogelijk. Zie verder * 1.2 Instellingen.
    De locatie is bepalend voor de afrij tijden en kilometers. zie verder Aan- en afrij kilometers en uren.

    • Eerste stop: De eerste stop van de rit wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is niet beschikbaar.

    • Depot: Het geselecteerde depot wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alleen adressen die de indicatie ‘standplaats’ en/ of ‘extern depot’ hebben. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TMS/pages/1239351383/2.2+Adressen#Gegevens.

    • Vrije keuze: Het geselecteerde adres wordt als startlocatie gebruikt. Het veld ‘Adres’ is beschikbaar met alle in Transplan bekende adressen.

  • Adres: Het adres dat als startlocatie van de rit wordt gebruikt.

...

  1. Transplan toont het wel of niet halen van de bloktijden per stop. in de kolom '' wordt +/- het aantal minuten te laat of te vroeg getoond. Deze wordt visueel ondersteund met een opmaak

    1. Wanneer te laat loopt van het midden naar rechts een rode streep die overgaat naar wit.

    2. Wanneer te vroeg loopt van het midden naar links een rode streep die overgaat naar wit.

  2. Wanneer er een waarschuwing van toepassing is op een orderregel, dan wordt de hele regel rood gemarkeerd.

    Image RemovedImage Added
  3. Wanneer een rit wordt geopend met (deels) realisatie tijden, dan worden de betreffende tijden grijs.

  4. Als de kolom ‘bloktijd eind’ is gevuld en de geplande aankomst ligt erna, dan wordt de kolom ‘geplande aankomst’ rood.

...

  • Startijd: Deze wordt of door de gebruiker bepaald, of door het systeem berekend.

  • Bloktijden: Bloktijden hebben invloed op de starttijd, doorlooptijd en wachturen,

  • Beladingsgraad: De benodigde en en beschikbaar capaciteit bepalen hoe de rit verloopt.

  • Werktijden: De beschikbare werktijd bepaald de totale doorlooptijd van de rit.

  • Realisatie: Reeds gestarte ritten worden beïnvloed door de reeds uitgevoerde activiteiten.

Starttijd

Op basis van de instellingen wordt bepaald of de starttijd door PTV wordt berekend of door de gebruiker wordt bepaald. Ook de werkbare tijden hebben hier invloed op. Zie verder * 1.2 Instellingen.

Starttijd door PTV berekend

Wanneer PTV de starttijd berekend dan wordt deze teruggerekend vanaf de de eerste bloktijd. Het resultaat is hetzelfde’Vertrek tijd uiterlijk' in het blok 'Resultaat'.
Als er geen bloktijd in de rit aanwezig is dan start de rit op de ingestelde starttijd. Zie verder * 1.2 Instellingen.

Startijd door gebruiker

Standaard wordt de tijd gevuld met de ingestelde starttijd. De gebruiker kan deze aanpassen. Zie verder * 1.2 Instellingen.

Bloktijden

Bloktijden kunnen de starttijd bepalen. Zie ook hierboven. Daarnaast zal PTV proberen alle bloktijden te halen, dit is niet blokkerend.

Beladingsgraad

Beladingsgraad wordt door 2 zaken beïnvloed:

  1. De beschikbare capaciteit: De beschikbare tijd wordt bepaald door de toegewezen vloot. Dit is het maximaal aantal voertuigen dat tegelijkertijd kan worden vervoerd. Zie verder Vloottypes.

  2. De gevraagde capaciteit: Voertuig heeft een gevraagde capaciteit. Deze wordt bepaald door het voertuigtype. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TRAN/pages/1256194193/~+Voertuigtypes.

De optimalisatie zal een optimale route berekenen met een zo hoog mogelijke beladingsgraad. Dit om te voorkomen dat er te veel lege kilometers worden gemaakt. Er zal nooit meer worden geladen dan de capaciteit.
Als de totale vraag in de rit groter is dan de capaciteit dan wordt eerst een los activiteit gepand voor er wee een laad activiteit wordt gepland.
In de kolom ‘beladingsgraad’ wordt de totale belading getoond als de betreffende stop is uitgevoerd.

...

Werktijden

In de instellingen worden start- en eindtijd van de diensten vastgelegd. Ook de werkbare dagen zijn vastgelegd. De optimalisatie zal geen (nieuwe-) activiteiten starten buiten de werktijden. Deze tijden gelden als rusttijd. Zie verder * 1.2 Instellingen.
In het gegeven voorbeeld bij ‘Tijdlijn’ zijn de werktijden van 8:00 tot 19:00 uur op werkdagen. Zaterdagen, zondagen en feestdagen zijn in dit voorbeeld geen werkbare dagen.

Realisatie

Wanneer een reeds gestarte rit opnieuw wordt geoptimaliseerd dan worden alle stop na de laatste stop met realisatietijden meegenomen. Alle stops ervoor worden niet gewijzigd.

Handmatige aanpassen

Het is mogelijk de rit handmatig aan te passen.

Traject toevoegen

Vanuit het tabblad (document) ‘Trajecten’ kan een traject naar het optimalisatiescherm worden gesleept.

Traject verwijderen

Met de knop ‘verwijderen’ in het lint of het contextmenu kan een traject worden verwijderd uit de lijst. Selecteer de gewenste regel en klik op verwijderen. Transplan verwijderd automatisch beide regels van het traject.

Volgorde aanpassen

...

  • .

  • Werktijden: De beschikbare werktijd bepaald de totale doorlooptijd van de rit.

  • Realisatie: Reeds gestarte ritten worden beïnvloed door de reeds uitgevoerde activiteiten.

Starttijd

Op basis van de instellingen wordt bepaald of de starttijd door PTV wordt berekend of door de gebruiker wordt bepaald. Ook de werkbare tijden hebben hier invloed op. Zie verder 1.2 Instellingen.

Starttijd door PTV berekend

Wanneer PTV de starttijd berekend dan wordt deze teruggerekend vanaf de de eerste bloktijd. Het resultaat is hetzelfde’Vertrek tijd uiterlijk' in het blok 'Resultaat'.
Als er geen bloktijd in de rit aanwezig is dan start de rit op de ingestelde starttijd. Zie verder 1.2 Instellingen.

Startijd door gebruiker

Standaard wordt de tijd gevuld met de ingestelde starttijd. De gebruiker kan deze aanpassen. Zie verder 1.2 Instellingen.

Bloktijden

Bloktijden kunnen de starttijd bepalen. Zie ook hierboven. Daarnaast zal PTV proberen alle bloktijden te halen, dit is niet blokkerend.

Beladingsgraad

Beladingsgraad wordt door 2 zaken beïnvloed:

  1. De beschikbare capaciteit: De beschikbare tijd wordt bepaald door de toegewezen vloot. Dit is het maximaal aantal voertuigen dat tegelijkertijd kan worden vervoerd. Zie verder Vloottypes.

  2. De gevraagde capaciteit: Voertuig heeft een gevraagde capaciteit. Deze wordt bepaald door het voertuigtype. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TRAN/pages/1256194193/~+Voertuigtypes.

De optimalisatie zal een optimale route berekenen met een zo hoog mogelijke beladingsgraad. Dit om te voorkomen dat er te veel lege kilometers worden gemaakt. Er zal nooit meer worden geladen dan de capaciteit.
Als de totale vraag in de rit groter is dan de capaciteit dan wordt eerst een los activiteit gepand voor er wee een laad activiteit wordt gepland.
In de kolom ‘beladingsgraad’ wordt de totale belading getoond als de betreffende stop is uitgevoerd.

...

Werktijden

In de instellingen worden start- en eindtijd van de diensten vastgelegd. Ook de werkbare dagen zijn vastgelegd. De optimalisatie zal geen (nieuwe-) activiteiten starten buiten de werktijden. Deze tijden gelden als rusttijd. Zie verder 1.2 Instellingen.
In het gegeven voorbeeld bij ‘Tijdlijn’ zijn de werktijden van 8:00 tot 19:00 uur op werkdagen. Zaterdagen, zondagen en feestdagen zijn in dit voorbeeld geen werkbare dagen.

Realisatie

Wanneer een reeds gestarte rit opnieuw wordt geoptimaliseerd dan worden alle stop na de laatste stop met realisatietijden meegenomen. Alle stops ervoor worden niet gewijzigd.

Handmatige aanpassen

Het is mogelijk de rit handmatig aan te passen.

Traject toevoegen

Vanuit het tabblad (document) ‘Trajecten’ kan een traject naar het optimalisatiescherm worden gesleept.

Traject verwijderen

Met de knop ‘verwijderen’ in het lint of het contextmenu kan een traject worden verwijderd uit de lijst. Selecteer de gewenste regel en klik op verwijderen. Transplan verwijderd automatisch beide regels van het traject.

Volgorde aanpassen

Pas het stopnummer in de kolom ‘Stopnummer’ aan. Nadat het veld wordt verlaten (Tab of Enter) wordt de rit opnieuw gesorteerd en genummerd. Stel stop 40 wordt 10. Dan schuift 10 door naar 20, 20 naar 30, enz..
Let op: Wanneer hierna weer op de knop ‘Optimaliseer rit’ wordt geklikt dan worden alle handmatige aanpassingen weer overschreven.

Veerverbindingen

Transplan maakt gebruikt van PTV. Voor alle routes met waterovergangen maakt PTV standaard gebruik van de beschikbare tunnels of bruggen. Als deze niet beschikbaar zijn dan wordt gebruik gemaakt van standaard veerverbindingen. Zo gaan ritten naar het Verenigd Koninkrijk standaard via de kanaaltunnel. Dit heeft ongewenste ritten tot gevolg. Daarom kan de gebruiker handmatig een veerverbinding selecteren.
Let op: De duur van de veerverbinding wordt als rijtijd meegerekend.

Een veerverbinding wordt via het context menu toegewezen aan een stop. De veerverbinding wordt voor of na de stop gepland. Er kan slechts 1 veerverbinding per stop worden vastgelegd. De geselecteerde veerverbinding is zichtbaar ind e kolom ‘veerverbinding’.

...

Randvoorwaarden

Optimalisatie heeft enkele randvoorwaarden om goed te kunnen werken.

...

Kolomtitel

Omschrijving

Aanhanger

Geselecteerd betekent dat er een aanhanger bij het voertuig aanwezig is.

Adres

De straat van het adres.

Adresnaam

Naam van het adres.

Bagage

Geselecteerd betekend dat er ook bagage bij het voertuig aanwezig is.

Beladingsgraad

De totale beladingsgraad na het uitvoeren van deze stop.

Benodigde planeenheden

Benodigde capaciteit voor deze trajectorder.

Bestuurders naam

Maatwerkveld: Naam van de bestuurder van het voertuig

Bestuurders woonplaats

Maatwerkveld: Woonplaats van de bestuurde va het voertuig

Bloktijd begin

Starttijd van de eerste bloktijd van de stop.
Let op: De datum wordt niet getoond, maar is wel van toepassing. Zie verder ‘datum’.

Bloktijd eind

Eindtijd van de eerste bloktijd van de stop.
Let op: De datum wordt niet getoond, maar is wel van toepassing. Zie verder ‘datum’.

Bloktijdresultaat

Verschil tussen de geplande tijd en de gevraagde bloktijd in minuten.

Bouwjaar

Jaar waarin het voertuig is geproduceerd.

Brandstof

Typ brandstof van het voertuig.

Breedte

De breedte van het voertuig.

Chassisnummer

Het chassisnummer of VIN van het voertuig.

Dakkoffer

Geselecteerd betekend dat er een dakkoffer, of een ander op het dak bevestigde attribuut, aanwezig is.

Datum

Verwachte laaddatum van het traject.

Elektrisch

Geselecteerd betekend dat het voertuig elektrisch is.

Fietsendrager

Geselecteerd betekend dat er een fietsendrager aanwezig is bij het voertuig.

Geplande aankomsttijd

De geplande aankomst tijd van de stop zoals berekend door PTV.

Geplande vertrektijd

De geplande vertrektijd van de stop zoals berekend door PTV.

gewicht

Het gewicht van het voertuig als deze leeg is.

Hoogte

De hoogte van het voertuig, zonder extra opbouw zoals imperiaal of dakkoffer.

Huisnummer

Het huisnummer en de toevoeging van het adres.

Kenteken

Het kenteken van het voertuig.

Kentekenpapieren

Geselecteerd betekend dat de kentekenpapieren bij het voertuig aanwezig zijn.

Klant

De klant voor wie de opdracht wordt uitgevoerd.

Kleur

De (hoofd-)kleur van het voertuig.

Lengte

De lengte van het voertuig. Zonder aanvullende attributen zoals een fietsendrager.

Locatie papieren

Korte, herkenbare omschrijving van de locatie waar de kentekenpapieren zijn.

Locatie sleutels

Korte, herkenbare omschrijving van de locatie waar de sleutels zijn.

Merk

Het merk van het voertuig.

Merktype

Het type voertuig.

Niet rijdbaar

Geselecteerd betekend dat het voertuig niet rijbaar is.

Niet rolbaar

Geselecteerd betekend dat het voertuig niet rolbaar is.

Omschrijving bagage

Korte, herkenbare omschrijving van de bagage.

Opdrachtnummer

Het opdrachtnummer van de klant.

Pechomschrijving

Omschrijving van de reden van stranding.

Plaats

De plaats van het adres.

Postcode

De postcode van het adres.

Rijafstand (KM)

De totale afstand in KM ten opzichte van de voorgaande stop.

Rijdbaar

Zie ‘niet rijdbaar’.

Rijtijd

De totale rijtijd, zonder eventuele rusttijden, in uren en minuten ten opzicht van de voorgaande stop.

Rusttijd bij adres

Indien rusttijd samenvalt met de geplande stoptijden wordt hier hier de geplande rusttijd op die locatie getoond. Zie verder tijdlijn.

Rusttijd onderweg

Indien rusttijd niet samenvalt met de geplande stoptijden wordt hier de totale geplande rusttijd onderweg getoond. Zie verder tijdlijn.

Schadesoort

Omschrijving schade van het voertuig.

Servicetijd

Stoptijd van de stop. Zie verder Stoptijdklasse.

Sleutels dakkoffer

Geselecteerd betekend dat de sleutels van dakkoffer aanwezig zijn.

Sleutels voertuig

Geselecteerd betekend dat de sleutels van het voertuig aanwezig zijn.

Soort

Heet ook wel ‘Besteld type’. Het voertuigtype zoals de klant ze invoert.

Stop

Het stopnummer van de stop.

Telefoon lid

Maatwerkveld: Het telefoonnummer van de bestuurder van het voertuig.

Type

Het type stop (LA = laden, LO = lossen)

Vaste prijs

Vaste prijs. De vaste prijs van de order, indien van toepassing.

Ververbinding

Toont de geselecteerde veerverbinding met de indicatie of deze voor of na de geselecteerde stop plaatvind. Zie verder hierboven.

Waarschuwingen

Omschrijving van de waarschuwingen die van toepassing zijn op deze stop.

...