Lijstplanning - kaart

De kaart ondersteund de gebruiker visueel bij het plannen en het bewaken van de realisatie. De kaart is gekoppeld aan het bovenliggende tabblad (document). Er bestaan daarom meerdere variaties op de kaart. De meest uitgebreide is gekoppeld aan de lijst- of strokenplanning. De kaart wordt voornamelijk gebruikt op een eigen beeldscherm.
De getoonde informatie bestaat uit verschillende lagen. Elke laag is gekoppeld aan de bijhorende lijst. Transplan maakt gebruik van de kaarten van PTV. Zie verder https://rgbplus.atlassian.net/wiki/spaces/TRAN/pages/1638563854.

De belangrijkste kaart lagen zijn:

 

Standaard gedrag

Voor alle kaartlagen geldt standaard gedrag.

In- en uitzoomen

De gebruiker kan in- en uitzoomen door gebruik te maken van de het scrolwiel van de muis of met behulp van de zoom-slider in het scherm.
Dubbelklik met de linkermuisknop het scherm zoomt 1 stap in. Dubbelklik met de rechtermuisknop het scherm zoomt 1 stap uit.

Pannen

Pannen is het bewegen over het scherm.
De gebruiker kan pannen door de linkermuisknop in te drukken, vast te houden en het scherm te verslepen of door de navigatieknoppen in het scherm te gebruiken.

Filters/ kaartlagen (layers)

Transplan maakt gebruik van verschillende kaartlagen Deze kunnen worden worden geselecteerd in het menu ‘layers’. Deze keuzes zijn gebruiker specifiek.

Layers bestaat uit een tabel met 3 kolommen en 1 knop:

  • In- en uitvouwen (knop): Met deze knop wordt layers klein gemaakt of geopend:

  • Lagen: De naam van de kaartlaag. Door op de naam te klikken wordt een details menu geopend, Zie verder de betreffende kaartlaag.

  • Selecteren: Door de laag te selecteren wordt de informatie van de betreffende laag getoond. Zie verder de betreffende kaartlaag.

  • Slider: Met de slider wordt de laag transparant gemaakt. Standaard staat deze volledig links (minst transparant. Volledig rechts betekend niet zichtbaar.

Trajecten

Er zijn 3 lagen dit betrekking hebben op trajecten:

  • Trajecten

  • Trajecten (geselecteerd)

  • Trajecten (cluster)

De getoonde trajecten zijn gekoppeld aan het trajectenpanel. Wanneer er filters actief zijn in het trajectenpanel dan wordt de kaartweergave hierop aangepast. Alleen de trajecten die zichtbaar zijn in het panel worden getoond. Zie verder .

Trajecten

Alle trajecten wordt geselecteerd in layers.
Let op: Geselecteerde trajecten worden niet getoond. Deze vallen onder de layer 'Trajecten (geselecteerd). Zie verder hieronder.

Alle niet geselecteerde trajecten uit het trajectenpanel worden getoond.

Een traject bestaat uit 3 onderdelen:

  • Laadstop: Er wordt een pin met daarin het voertuigtype icoon getoond. Zie verder .
    In het rode bolletje staat het aantal dagen tot de verwachte laaddatum. Deze is negatief als verwachte datum in het verleden ligt. Bij meerdere stops op 1 adres wordt de laagste leadtime weergegeven

  • Losstop: Er wordt een pin met daarin het voertuigtype icoon getoond. Zie verder .
    In het rode bolletje staat het aantal dagen tot de verwachte laaddatum. Deze is negatief als verwachte datum in het verleden ligt. Bij meerdere stops op 1 adres wordt de laagste leadtime weergegeven

  • Lijn: Er wordt een lijn getoond tussen de stops zodat duidelijk is welke stops bij elkaar horen.

Mouseover

Door de muis boven een willekeurig deel van het traject te houden worden details van het traject zichtbaar.

Let op: Wanneer er meerdere trajecten op dezelfde locatie worden weergegeven dan wordt de informatie van het oudste traject weergegeven.

Selecteren

Het is mogelijk trajecten te selecteren vanuit de kaart. Klik met de rechtermuisknop op het traject en selecteer ‘selecteer’.

Wanneer er 1 traject beschikbaar is wordt deze direct geselecteerd. Wanneer er meerdere trajecten beschikbaar zijn dan wordt de pop-up voor trajecten selecteren geopend.
Deze pop-up bevat trajectdetails. Zie verder .

Vink de gewenste trajecten aan en klik op ‘selecteer’. De trajecten zijn nu geselecteerd in het trajectenpanel voor verdere acties. Deze trajecten zijn nu niet langer zichtbaar,
Annuleren sluit de pop-up zonder een traject te selecteren.

Layerdetails

Door op de naam van de layer te klikken wordt de pop-up voor instelling geopend. In deze pop-up kunnen layer specifieke zaken worden aangepast.
Let op: Aanpassingen in deze instellingen zijn gebruiker/ profiel specifiek. Zie verder

Instellingen bestaat uit 8 velden:

  • Laadpunt kleur: Bepaald de kleur van de pin op de laadlocatie. De kleur is in hex-code.

  • LazyUpdate: Deze optie wordt niet meer gebruikt.

  • Lijnkleur: Bepaald de kleur van de lijn tussen de laad- en losstop. De kleur is in hex-code.

  • Lospuntkleur: Bepaald de kleur van de pin op de loslocatie. De kleur is in hex-code.

  • Toon depots: Selecteren betekend dat alle adrestypes altijd worden getoond. Dit wordt overschreven door de instelling voor ‘Toon laadstops’ en ‘Toon losstops’.
    De-selecteren betekend dat locaties van adrestype ‘depot’ niet worden getoond op de kaart. Dit overschrijft de instelling voor ‘Toon laadstops’ en ‘Toon losstops’.

  • Toon laadstops: Selecteren betekend dat laadstop altijd wordt getoond.

  • Toon lijnen: Selecteren betekend dat de lijn tussen de laad- en losstop altijd getoond.

  • Toon losstop: Selecteren betekend dat losstop altijd wordt getoond.

Let op: Voor sommige aanpassingen moet de kaart worden gesloten en heropend voordat deze zichtbaar zijn.

Trajecten (geselecteerd)

Trajecten (geselecteerd) wordt geselecteerd in layers.
Let op: Geselecteerde trajecten worden niet getoond. Deze vallen onder de layer 'Trajecten (geselecteerd). Zie verder hieronder.

Alle trajecten die zijn geselecteerd in het trajectenpanel worden getoond.

Een traject bestaat uit 3 onderdelen:

  • Laadstop: Er wordt een pin met daarin het voertuigtype icoon getoond. Zie verder .
    In het rode bolletje staat het aantal dagen tot de verwachte laaddatum. Deze is negatief als verwachte datum in het verleden ligt. Bij meerdere stops op 1 adres wordt de laagste leadtime weergegeven

  • Losstop: Er wordt een pin met daarin het voertuigtype icoon getoond. Zie verder .
    In het rode bolletje staat het aantal dagen tot de verwachte laaddatum. Deze is negatief als verwachte datum in het verleden ligt. Bij meerdere stops op 1 adres wordt de laagste leadtime weergegeven

  • Lijn: Er wordt een lijn getoond tussen de stops zodat duidelijk is welke stops bij elkaar horen.

Mouseover

Door de muis boven een willekeurig deel van het traject te houden worden details van het traject zichtbaar.

Let op: Wanneer er meerdere exact gelijke trajecten worden weergegeven dan wordt de informatie van het oudste traject weergegeven.

Selecteren

Trajecten (geselecteerd) heeft geen selectie mogelijkheid.

Layerdetails

Door op de naam van de layer te klikken wordt de pop-up voor instelling geopend. In deze pop-up kunnen layer specifieke zaken worden aangepast.
Let op: Aanpassingen in deze instellingen zijn gebruiker/ profiel specifiek. Zie verder

Instellingen bestaat uit 8 velden:

  • Laadpunt kleur: Bepaald de kleur van de pin op de laadlocatie. De kleur is in hex-code.

  • LazyUpdate: wordt niet meer gebruikt.

  • Lijnkleur: Bepaald de kleur van de lijn tussen de laad- en losstop. De kleur is in hex-code.

  • Lospuntkleur: Bepaald de kleur van de pin op de loslocatie. De kleur is in hex-code.

  • Toon depots: Selecteren betekend dat alle adrestypes altijd worden getoond. Dit wordt overschreven door de instelling voor ‘Toon laadstops’ en ‘Toon losstops’.
    De-selecteren betekend dat locaties van adrestype ‘depot’ niet worden getoond op de kaart. Dit overschrijft de instelling voor ‘Toon laadstops’ en ‘Toon losstops’.

  • Toon laadstops: Selecteren betekend dat laadstop altijd wordt getoond.

  • Toon lijnen: Selecteren betekend dat de lijn tussen de laad- en losstop altijd getoond.

  • Toon losstop: Selecteren betekend dat losstop altijd wordt getoond.

Let op: Voor sommige aanpassingen moet de kaart worden gesloten en heropend voordat deze zichtbaar zijn.

Trajecten (cluster)

Trajecten (geselecteerd) wordt geselecteerd in layers.
Let op: Geselecteerde trajecten worden niet getoond. Deze vallen onder de layer 'Trajecten (geselecteerd). Zie verder hieronder.

Alle stops van alle trajecten in het trajectenpanel worden getoond. Afhankelijk van de zoom grote worden de stops geclusterd getoond.

Een cluster bestaat uit 1 bolletje met een cijfer. Het cijfer betreft het aantal stops dat in het cluster valt. Dit kunnen laad- en losstops zijn.

In dit voorbeeld zijn er 10 stops in Raalte voor alle trajecten in het trajectenpanel

Mouseover

Door de muis boven een cluster te houden worden details van de trajecten zichtbaar.

Let op: De mouseover werkt alleen voor clusters met 10 of minder stops.

Selecteren

Het is mogelijk trajecten te selecteren vanuit de kaart. Klik met de rechter- of linkermuisknop op het cluster.

Wanneer er 1 stop/ traject beschikbaar is wordt deze direct geselecteerd. Wanneer er meerdere stops/ trajecten beschikbaar zijn dan wordt de pop-up voor trajecten selecteren geopend.
Deze pop-up bevat trajectdetails. Zie verder .

Vink de gewenste trajecten aan en klik op ‘selecteer’. De trajecten zijn nu geselecteerd in het trajectenpanel voor verdere acties. Deze trajecten zijn nu niet langer zichtbaar,
Annuleren sluit de pop-up zonder een traject te selecteren.

Layerdetails

Trajecten (clusters) heeft geen layerdetails.

Ritten

Er zijn 2 lagen dit betrekking hebben op trajecten:

  • Geselecteerde rit

  • Ritten

De getoonde ritten zijn gekoppeld aan de rittenlijst of stroken. Wanneer er filters actief zijn in de lijst dan wordt de kaartweergave hierop aangepast. Alleen de ritten die zichtbaar zijn in de lijst worden getoond. Zie verder .

Geselecteerde rit

Geselecteerde rit wordt geselecteerd in layers.

De actieve rit wordt getoond.

De geselecteerde rit bestaat uit ene blauw geschakelde lijn met grijze bollen met nummer op de stop locaties..

Het nummer in de stop komt overeen met het hoogste stopnummer op die locatie.

Mouseover

Door de muis boven de rit te houden wordt de rit omschrijving zichtbaar. De blauwe lijn gaat ‘stromen’ in de richting van de uitvoer.

Rit informatie

Door op de rit te klikken worden de pop-up rit informatie geopend.

Ritinformatie bestaat uit 10 velden en 1 lijst:

  • Ritnummer: Het unieke nummer van de rit.

  • Chauffeur: Naam van de chauffeur. Dubbelklik op het veld opent het informatie scherm van de chauffeur. Zie verder .

  • Trekker: Kenteken van het trekkend voertuig. Zie verder .

  • Trailer: Kenteken van de trailer. Zie verder .

  • Activiteit: nazien

  • Omschrijving: De omschrijving van de rit.

  • Geplande starttijd: De geplande startdatum-tijd van de rit.

  • Geplande eindtijd: De geplande einddatum-tijd van de rit.

  • Werkelijke starttijd: De werkelijke startdatum-tijd van de rit.

  • Werkelijke eindtijd: De werkelijke einddatum-tijd van de rit.

  • lijst:

    • Stop: Het stopnummer van de stop.

    • Adres: Naam+ plaats+ land van het adres.

    • Eta: De door PTV berekende verwachte aankomst tijd bij het adres. Deze continue bijgewerkt tot de aankomst tijd is gevuld.

    • Werkelijke starttijd: De werkelijke aankomst tijd bij het adres.

    • Werkelijke eindtijd: De werkelijke vertrektijd bij het adres.

    • Ordernummer: Het ordernummer van het traject.
      Let op: Dit is niet het ordernummer van de (moeder-)order.

Let op: Rit informatie wordt nog niet goed gevuld

Layerdetails

Geselecteerde rit heeft geen layerdetails.

Ritten

Ritten wordt geselecteerd in layers.

De beschikbare ritten worden getoond:

Alle ritten zijn grijze lijnen.

Mouseover

Door de muis boven een rit te houden wordt de rit omschrijving zichtbaar. Bij een geselecteerde rit gaat de bruine lijn ‘stromen’ in de richting van de uitvoer.
Let op: Wanneer meerdere ritten dezelfde route volgen wordt de nieuwste rit geselecteerd.

Selecteren

Met 1 klik op de lijn wordt de rit geselecteerd. De rit wordt bruin geschakeld.

Met nog een klik op de geselecteerde rit wordt de pop-up rit informatie geopend.

Layerdetails

Ritten heeft geen layerdetails.

Voertuigen

Voertuigen wordt geselecteerd in layers.

De beschikbare voertuigen uit het voertuigen panel, met een actieve boordcomputer, worden getoond. Zie verder en .

Per voertuig wordt een icoon met het vlootnummer getoond.

Mouseover

Door de muis boven de rit te houden wordt het kenteken van het trekkend voertuig zichtbaar.

Selecteren

Door op het voertuig te klikken wordt het voertuig blauw gemarkeerd.

Als het voertuig op een rit staat dan wordt ook de rit getoond. Dubbel klik opent de pop-up voor rit informatie. Zie verder hierboven.

Let op: Deze rit is niet de actieve rit.
Klik met de rechtermuisknop op de rit om deze te selecteren.

Labels

Labels wordt geselecteerd in layers.

 

Labels bevat alle geografische namen voor steden, wegen, etc..

Background

Background wordt geselecteerd in layers.

Background bevat de grafische weergave van de kaarten.

Specifieke kaarten

Naast de kaart in de ritten- en strokenplanning gebruikt Transplan kaarten op specifieke plekken. Het gedrag wijkt af van bovenstaande omschrijving.

Adres

Adres weergave en adres selectie heeft een eigen kaart. De layers zijn hier te selecteren. Bij adres mutatie is het mogelijk een locatie op de kaart te selecteren. Zie verder .

Optimalisatie

Het optimalisatie scherm toont op de kaart de op dat moment geselecteerde rit. Deze kaart heeft alleen de layers voor Geoptimaliseerde rit, labels en background, De layer ‘geoptimaliseerde rit’ is gelijk aan de layer ‘geselecteerde rit’ hierboven. . Zie verder .