Adrestypes
Adrestypes worden gebruikt voor rapportages en, in specifieke gevallen, voor ander gedrag in Transplan. Alleen in uitzonderlijke gevallen worden adrestypes toegevoegd of gewijzigd ten opzichte van de standaard. Dit is alleen van toepassing op maatwerk.
De gegevens
Adrestypes bestaat uit drie velden:
Nummer: Een uniek nummer per adrestype
Adrestype: Een herkenbare, unieke omschrijving van het adrestype/ de naam.
Gebruik in ETA portaal: Alleen van toepassing bij het gebruik van het ETA portaal.
Standaard adrestypes
Transplan heeft standaard de volgende adrestypes beschikbaar.
Nummer | Adrestype | Omschrijving |
---|---|---|
0 | Onbekend | Er kan 1 adres worden ingevoerd met het kenmerk ‘onbekend’. Transplan een order binnen krijgt waarbij een adres niet bepaald kan worden, dan wordt dit specifieke adres gebruikt. Een order met het adres ‘Onbekend’ kan niet worden gepland. Dit adres moet worden vastgelegd in de instellingen. Zie verder 1.2 Instellingen. Wanneer een nieuwe order een onjuist, incompleet of leeg adres heeft dan wordt dit adres aan de order gekoppeld. Een onbekend adres blokkeert het goedkeuren van ene order. |
10 | Depot | Depots zijn vaste locaties waarbij de transporteur standaard laad en/ of lost. De depots kunnen van de transporteur of van de verlader zijn. |
11 | Werkplaats | Werkplaatsen zijn vaste locaties waar vlootonderhoud kan plaatsvinden. |
12 | Overslagpunt | Overslagpunten zijn vaste locaties waar orders worden overgeslagen. In tegenstelling tot depots zijn dit nooit start of eindlocaties van een order. |
13 | Klantfiliaal | Dit is het standaard adrestype voor klantlocaties. |
14 | Charter | Dit zijn de adressen van de charters. Deze zijn nodig om de extra aan- en afrijtijden voor charters te kunnen berekenen. Zie verder 2.5 Charters en Aan- en afrij kilometers en uren. |
Zie verder 2.2 Adressen.